59

Ruim twintig jaar geleden heb ik mij laten verleiden tot het kopen van een aantal -met de kennis van nu twijfelachtige- polissen, waarmee rond mijn zestigste levensjaar mijn pensioen gegarandeerd was. Dat had een reden. Mijn vader werd aan begin jaren ’90 van de vorige eeuw ernstig ziek. Na een lang herstelperiode was zijn baan vervallen en moest hij stoppen met zijn werk. Mijn vader was toen 59 jaar oud. In mijn ogen was hij toen letterlijk oud. 59 werd voor mij de grens tussen jong en oud, tussen toekomst en verleden. Ondertussen heb ik zelf verschillende economische recessies meegemaakt en onlangs heb ik de leeftijd van 59 jaar bereikt. Volgens mijn cesuur ben ik nu oud.

Toen mijn vader moest stoppen met zijn werk was ik ongedurig en gedreven, maakte ik lange werkdagen en reed 60.000 kilometer per jaar. Jarenlang werkte ik de meeste avonden, na het voorlezen van mijn jonge kinderen, voorbij middernacht en de zondag gebruikte ik meestal om de komende week voor te bereiden. Ik had geen tijd om mijzelf af te vragen waarom ik dit alles deed, maar de eindigheid ervan kon ik wel voorzien. Rond mijn veertigste levensjaar was ik daarom gevoelig voor de zalvende woorden van een financieel adviseur, die sprak over mijn toekomst, keuzevrijheid en onafhankelijkheid. Toentertijd was vervroegde uittreding (VUT) het grote ideaal. Het geld voor de polissen kon ik met enige moeite vrijmaken.

Aangezien het inkomen van adviseurs ook moet worden betaald daalde de waarde van mijn polissen gestaag. De jaarlijkse brief van de financiële instelling werd steeds somberder van toon. Boze telefoontjes mochten niet baten. Inflatie deed de rest en mijn VUT raakte buiten beeld. Mijn behoefte daaraan overigens ook.

Waarom ik ooit heb bedacht op mijn 59e te willen (of moeten) stoppen met werken is mij vandaag de dag een raadsel. Nog steeds maak ik regelmatig lange werkdagen. Ik werk tegenwoordig anders dan twintig jaar geleden. Mijn gedrevenheid heb ik behouden. Deze eigenschap heb ik aangevuld met inzicht en vertrouwen. Vertrouwen in de tijd en vertrouwen in het proces. Dat maakt werken voor mij nog leuker. Ik geniet van de gesprekken met opdrachtgevers, professionals en belanghebbenden, van de uitwisseling van kennis en ideeën, van de inspiratie die groeit als we elkaar verrassen en verrijken en van de kracht als we samenwerken. Werken schenkt mij steeds meer veel voldoening en maakt mij van waarde.

Voor mijn pensioen zal ik nog een tijdje kunnen sparen. Misschien ben ik op mijn 69e wel oud.